Wintertelling zondag 19-1-’20

Af en toe spijtig dat ik niet René van Rossum heet, anders had ik hier heel mooie foto’s kunnen plaatsen. Het was namelijk zonnig weer afgelopen zondag en met name de watervogels waren prachtig te zien. Zo hadden we zestig Wintertalingen, één vrouw Grote zaagbek, negen Krooneenden, twee Dodaarzen en natuurlijk de Krakeenden en Kuifeenden, en allemaal even mooi uitgelicht in het zonnetje. Wat echter ontbrak waren de lijsterachtigen, we hadden één Kramsvogel, geen Koperwieken, geen Zanglijsters en de Merels waren op een hand te tellen. Ook de vinkachtigen lieten zich niet zien: een heel enkele Vink, dat was alles. Geen Sijsjes, geen Groenlingen, geen Goudvink, geen Puttertjes. Misschien moet ik van dat mooie weer toch maar niet zo hoog opgeven …

Ook op kavel 4: Schotse Hooglanders in een soort “kraal” waar ze bijgevoerd werden. Vreemd, ik ben geen begrazingsexpert, maar ik heb gehoord en gelezen dat met name de winterbegrazing van belang is voor het beheer van een gebied, omdat dan de taaiere en houtige gewassen gegeten worden, zoals riet en jonge struiken en bomen, waardoor het gebied open blijft. Daar past bijvoederen niet bij, zou je zeggen.  Zomers zie ik de sappige orchideeën en met name de Kruisbladgentianen afgegraasd worden, dus dan komen ze wel aan hun trekken. Maar eens navragen wat hier de gedachte achter is.

 

Verder opmerkelijk: de vondst van een stuk Goudse stenen pijp, zomaar op het zand van een pad ten zuiden van de Plasjes van Simon. Dan voel je toch weer even de geschiedenis van een gebied.

  • Gijsbert van der Bent -

    Ha die Joop, ik wil je voortaan best wel Rene van R. gaan noemen hoor. Maar of je alleen daarvan betere foto’s gaat maken…… 😉

  • Een reactie plaatsen

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    error: Content is protected !!