De kop is eraf. De eerste van de 6 wintertellingen van het seizoen ’23-’24 is weer achter de rug. De eerste telling is gedaan rond het winderige, regenachtige weekend van 14/15 oktober. Hoewel veel vogels zich nauwelijks lieten zien of horen (gelijk hadden ze!), waren er behoorlijk wat lijsters, Koperwieken en Kramsvogels. Toch zijn er weer een paar leuke waarnemingen, bijvoorbeeld die van roofvogels zoals de overvliegende Rode Wouw, een Slechtvalk en een Visarend.
De lijst van waargenomen soorten is hier te zien.
Misschien zijn er niet zoveel vogels gezien, maar het werd toch een mooie wandeling, zo ‘s ochtends vroeg, met dat onstuimige weer. En tussen de buien door was het licht prachtig, zoals op het wuivende riet in kavel 4 (Plasjes van Simon).
Toen we uitrustten halverwege de ochtend, achter een welverdiende bak koffie, bleek er ineens op de mok iets te zitten wat daar niet thuishoorde: een Kleine Watersalamander, die een plekje op het droge aan het zoeken was om te overwinteren. Aan de staart te zien waren wij niet de eersten die het beestje ontdekten. Zo te zien was die gelukkig al weer aardig aan het groeien.
De volgende dag geteld op kavel 12a. Ook geen straf. Ik heb er vele jaren voor het laatst geteld en daardoor was ik vergeten wat een mooi kavel dit is, met de Vriezewei en de Dorendel.