Drie berichten hiervoor stond te lezen dat de wintertelling van oktober is ingevoerd: https://www.vwgberkheide.nl/wordpress/wintertellingen-2019-2020/
Het project “Watertellingen” was nieuw voor me. Het is een project waar alle watervogels in het winterhalfjaar geteld worden, maar waarbij je kunt aangeven dat je ook andere soorten telt. We hebben hier tientallen jaren aan meegewerkt, door alle soorten en aantallen van oktober t/m maart te tellen en dit wordt door één persoon ingevoerd. Dit jaar voor het eerst door mij. Sovon steekt duidelijk veel moeite in het faciliteren van de tellers/vogelaars. Je kunt voor de meeste projecten al apps gebruiken, waarmee je in het veld al je gegevens kan invoeren en ook de informatie die je op grond van de landelijke tellingen kunt halen verbetert voortdurend. Zo kan je voor dit project stippenkaarten maken per soort en per maand voor het hele land, zodat je de betekenis van onze eigen tellingen kan spiegelen met de rest van het land.
Wij tellen drie gebieden voor het watervogelproject, namelijk Berkheide, Lentevreugd en het strand voor Berkheide. De getoonde kaarten zijn van de aantallen in oktober. Allereerst het strand. Is een beetje een stiefkindje van onze tellingen. Een enkeling telt het strand mee, dus de genoteerde aantallen van meeuwen en steltlopers zijn laag. Je zou dus zeggen dat die aantallen niet echt van belang zijn om te weten waar bijvoorbeeld Drieteenstrandlopers in het winterhalfjaar voorkomen in ons land. Niets is minder waar! Kijk bijvoorbeeld naar de kaartjes van de Drieteenstrandloper en de Zilvermeeuw:
Natuurlijk weet ik ook wel dat Drieteenstrandlopers langs de hele Nederlandse kust voor de golven uitrennen, maar meten is weten; je zou kunnen beweren dat in oktober er geen Drieteenstrandlopers voorkomen aan de kust van Zuid-Holland, als je onze tellingen niet had. Hetzelfde geldt voor de Zilvermeeuw…
De twee andere gebieden Lentevreugd en Berkheide neem ik voor het gemak samen. Aangezien dit project primair bedoeld is voor de watervogels is het aardig om een eend als eerste landelijk te bekijken, de Kuifeend, en vervolgens een sterk aan water gebonden soort, de Aalscholver:
Voor de Kuifeend geldt dat die wordt “opgenomen” in een grote wolk van stippen, maar ook hier zie je dat zonder de inspanning van de vogelwerkgroepen van Meijendel, Berkheide en Noordwijk de westkust van Zuid-Holland erg wit zou zijn. Voor de Aalscholver is dit nog een stuk duidelijker.
Echt spectaculair wordt het voor de niet aan water gebonden soorten. Blijkbaar wordt er door de drie genoemde werkgroepen veel zwaarder ingezet op deze soorten dan de overige werkgroepen/individuele tellers, waardoor er voor de Zuid-Hollandse kuststrook een veel completer beeld van de wintervogels bestaat dan voor de rest van Nederland. Ik zou niet weten welk ander project een completer beeld kan geven voor de winter, misschien de Liveatlas op den duur. Er is ook nog zoiets als een PTT wintervogels, maar dat is een éénmalige telling in de winter. Ik laat een aantal soorten zien:
Ook de spreeuw wordt opvallend genoeg naast de echte watervogels volop geteld. Slotsom: belangrijk die tellingen, ook die van ons, ook op het strand en op kavels met weinig water!
Tussen haakjes: ik kan jullie verklappen dat 2020 het jaar van de Wilde Eend wordt, over watervogels gesproken. De aantallen van de Wilde Eend verminderen hard, het is dus een goede keus om deze soort meer aandacht te geven. Het is nog steeds niet duidelijk waarom de Wilde Eend zo achteruit kachelt. Het antwoord lijkt in de overleving van de jongen te zitten, maar er zal nog veel onderzoek gedaan moeten worden.
We hebben al een nieuwe Wilde Eend: de Krakeend!