Waarnemer van de maand

In de vandaag verschenen Nieuwbrief 66 van Waarneming.nl een portret van Casper Zuyderduyn als Waarnemer van de maand, zie hieronder.

Waarnemer van de maand: Casper Zuyderduyn

Mijn naam is Casper Zuyderduyn, 44 jaar oud en ik woon in Noordwijk samen met Karin. Ik weet nog goed dat mijn interesse voor vogels werd gewekt toen ik een jaar of tien was en ik bij het zien van een putter mij er voor het eerst bewust van werd dat er meer vogels rondvlogen dan “mussen en meeuwen”. Mijn oma schonk mij een zakgids vogels van de “Reader’s digest” die ik in die tijd altijd in mijn jaszak meedroeg. Vogels kijken was op die leeftijd voor mij nog een solistische bezigheid. Daar kwam  verandering in op de middelbare school in Katwijk, eind jaren tachtig, waar mijn enthousiasme voor vogels echt goed werd aangewakkerd door de instuif op de vrijdagmiddagen waar ik mijn keuze had laten vallen op de “natuurclub”. Hans van der Berg, leraar Engels, was de excursieleider die een aantal scholieren meenam naar natuurgebieden in de buurt, meestal Berkheide of het Valkenburgse meer. Hans was een fanatiek twitcher en steeds vaker nam hij ons mee naar andere plekken in Nederland. De eerste zeldzaamheden die ik toen zag waren de Rotskruiper in Amsterdam en een Steppekievit in IJsselstein. In die jaren waren Kleine zilverreiger en Poelruiter nog zeldzaamheden en ik weet nog goed dat we met Hans op een doordeweekse middag spijbelde om hier helemaal voor naar Groningen te rijden. In Katwijk was en is een groot aantal fanatieke vogeltwitchers actief en zodoende heb ik in die jaren veel vogelsoorten gezien. Later verbreedde mijn interesse zich naar andere soortgroepen, zoals libellen, dagvlinders en zweefvliegen. Tijdens mijn opleiding Bos- en Natuurbeheer in Velp raakte ik ook geïnteresseerd in planten. Naarmate mijn interesse in soortgroepen zich uitbreidde breder werd bij mij de neiging om door het hele land zeldzame vogels te twitchen minder sterk, hoewel ik in het najaar nog altijd fanatiek bosjes uitklop in de omgeving van mijn woonplaats.

Hoogtepunt van die gewoonte was de eerste kroonboszanger voor Nederland die ik zo ongeveer bij mijn voordeur vond. Na mijn studie kwam ik via een aantal zijwegen in 2007 uiteindelijk te werken bij  een waterschapslaboratorium die de monitoring verzorgt voor twee waterschappen in Noord-Holland en Utrecht. In de eerste twee jaar lag de nadruk op waterplanten en kranswieren. Later ben ik mij gaan specialiseren in de aquatisch macrofauna en heb me zo veel nieuwe soortgroepen eigen gemaakt, zoals dansmuggen, watermijten, waterkevers en -wantsen. Ik kwam daar in aanraking met David Tempelman, die het idee had opgevat om het werk van Bert Higler, aquatisch ecoloog, gespecialiseerd in schietmotten en auteur van een determinatietabel van de larven van de Nederlandse schietmotten (kokerjuffer is de minder gangbare naam en die verwijst naar het juveniele stadium van schietmotten), voort te zetten. Het gaat om een Nederlands determinatiewerk voor de imago’s van deze soortgroep. David vroeg mij hier samen met nog een aantal auteurs aan mee te werken en het werkgebied heeft zich inmiddels verbreed tot de Benelux. Mijn bijdrage lag vooral in het maken van microscopische foto’s van genitaliën. Vooral bij de mannetjes zijn dit zeer complexe structuren, waar veel bruikbare kenmerken aanwezig zijn. Daarnaast waren van veel soorten nog geen veldopnamen en ik heb veel dieren gefotografeerd en vervolgens deze zelfde exemplaren verzameld om vast te stellen welke soorten dit betrof. Inmiddels zijn er dankzij waarneming.nl veel habitusfoto’s beschikbaar en automatische beeldherkenning blijkt voor een aantal soorten met name uit het genus Limnephilus goed te werken. Het ligt in de bedoeling dat dit determinatiewerk gaat verschijnen in de reeks Entomologische  tabellen van EIS-Nederland.

In die tijd maakte ik ook kennis met waarneming.nl en werd ik admin voor schietmotten. In de buurt van mijn woonplaats zijn er een aantal gebieden waar ik de biodiversiteit  nauwgezet volg, met name de Boswachterij Noordwijk, waar ik vlakbij woon. Hoewel in dit duingebied zeer intensief gerecreëerd wordt, is dit het enige duingebied binnen Zuid-Holland, waar zowel aardbeivlinder, bruine eikenpage en duinparelmoervlinder nog populaties hebben. Vorig vond ik hier in een recent gegraven duinplas tientallen larvenhuidjes van de zadellibel.


Tinodes waeneri – Foto: Casper Zuyderduyn

In 2016 heb ik de overstap gemaakt naar Staatsbosbeheer en ik werk daar tot de dag van vandaag. Mijn functie is boswachter ecologie binnen Team Stad & Duin. We zijn daar verantwoordelijk voor het beheer van het Natura 2000 gebied Hollands’ Duin, wat bestaat uit Boswachterij Noordwijk, de Coepelduynen en Berkheide. Verder beheren we een aantal weidevogelgebieden in het Groene Hart, waaronder het Natura 2000 gebied de Wilck. In 2018 was ik namens Staatsbosbeheer betrokken bij de organisatie van het 5000 soortenjaar. Het doel was om in een jaar tijd de soortendiversiteit van het Nationaal Park Hollandse Duinen (in oprichting) onder de aandacht te brengen. Ik kreeg hierdoor de kans om contact te komen met veel specialisten. Het was bijna een wedstrijd te zien hoever sommigen gingen om soorten vast te stellen. Onderdelen van een half vergane reebok werd boven een klopscherm uitgeschut om te kijken welke aaskevers er aanwezig waren en er werden gedurende dat jaar zeker 10 nieuwe soorten voor de Nederlandse fauna bijgeschreven.

Recent heb ik het geluk gehad om de hyacintorchis nieuw voor Nederland te ontdekken in mijn woonplaats. Het was een zeer surrealistische ervaring om een orchis in maart in Nederland te zien bloeien. Ik kende de soort van Cyprus en ik was in de veronderstelling dat deze soort nog een strikt mediterrane verspreiding had en de verrassing was daarom des te groter, maar de soort blijkt inmiddels al te staan bij Duinkerken en het Belgische deel van de Sint-Pietersberg.
Ik heb in die ruime dertig jaar dat ik  me bewust ben van de broedvogelstand rond mijn woonplaats veel soorten zien komen en gaan. In mijn beleving was de kuifleeuwerik een gewone “stadsvogel” die ik dikwijls op de Katwijkse Boulevard zag rondstappen. Achteraf bleek dit toen al één van de laatste Nederlandse populaties te zijn. De Tapuit heb ik ook uit de duinen zien verdwijnen. De nachtzwaluw daarentegen was een vogel waar je ieder jaar naar de vaste plek op de Veluwe reed en waarvan je nooit kon bedenken dat zij als broedvogel in de Zuid-Hollandse duinen zou terugkeren.


Hyacintorichis – Foto: Casper Zuyderduyn

Hoewel ik nog erg moet wennen aan de nieuwe vormgeving van Waarneming.nl en nog veelal gebruik maak van de oude versie, hoop ik in de toekomst nog veel gebruik te blijven maken van de website. Ik zie het daarbij vooral als een “notitieboekje” waar ik kan terugzien waar ik geweest ben, met name handig voor de buitenlandse vogelreizen die ik heb gemaakt heb waarbij ik dankbaar gebruik maak van Observado.org.

 

 

  • Liesbeth vd Haak -

    Hi Casper, wat geweldig die Hyacinthorchis. Ik volg het verhaal sinds de ontdekking. Zou je me kunnen vertellen waar ik deze plant kan zien en fotograferen? ( meer wil ik niet met planten)Ik begreep dat de vindplaats niet meer strikt geheim hoeft te blijven, groetjes

    Liesbeth

  • Laat een reactie achter op Liesbeth vd Haak Reactie annuleren

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    error: Content is protected !!