Waar zijn de spreeuwen?

Half november hebben we weer een wintertelling gedaan in Berkheide, de resultaten zijn hier te vinden.
We tellen 6 keer per jaar buiten het broedseizoen, waarbij we op ons rondje door het kavel alle vogels noteren die we zien, overvliegend of in het terrein verblijvend. Het gaat om half oktober, november, december, januari, februari en maart.

Rondlopend in ons kavel bedacht ik dat ik de grote troepen overvliegende spreeuwen miste ditmaal. In totaal hebben we een kleine 10.000 spreeuwen geteld in oktober en november, overvliegend en in het terrein verblijvend. Dat klinkt heel respectabel, maar ik vond het maar kleine troepjes die overtrokken, hooguit van enkele tientallen spreeuwen tegelijk. Weliswaar met grote regelmaat, maar lang niet zo indrukwekkend als in andere jaren was mijn indruk.

Vroeger was alles immers beter, we weten dat de spreeuw al jaren in aantallen achteruit gaat, dus dat klinkt logisch, nietwaar? Ik wilde dat toch wel eens terug zien in de getallen. Ik stelde me een “mooie” aflopende grafiek af, toen ik de data ging verzamelen. Het eerste dat me opviel, was dat wij de meeste spreeuwen altijd in oktober en november zien, in schril contrast met de andere vier telmaanden, In deze twee maanden zie je duizenden spreeuwen, in de andere maanden hooguit tientallen.

Ik heb daarom de afgelopen twintig jaren vergeleken door de spreeuwen op te tellen over oktober en november. Dat gaf het volgende beeld:

Daar gaat mijn beeld. In 2008 waren er weliswaar heel veel spreeuwen in Berkheide, maar de laatste 12 jaar blijven de aantallen, ondanks grote schommelingen per jaar, niet echt af.

Dan maar eens kijken wat Sovon hiervan zegt.

De Spreeuw is wel degelijk achteruitgegaan als broedvogel volgens de landelijke grafiek van Sovon, maar de laatste 12 jaar is het aantal niet significant gedaald:

Had ik dan verder terug in de tijd moeten kijken om een achteruitgang van de Spreeuw te kunnen zien in Berkheide in het winterhalfjaar?

De Sovon grafiek van de Spreeuw buiten het broedseizoen ziet er als volgt uit:

Ik vind het beeld wel vergelijkbaar met dat van ons. Sterke schommelingen van jaar tot jaar, maar de laatste 12 jaar eerder een geringe toename als een sterke daling. En ja, daarvoor vond vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw wel een duidelijke afname plaats, maar pas nadat de aantallen in de jaren 80 fors waren gestegen.

Het klinkt afgezaagd, maar meten blijft weten, dat zie je maar weer…

Met dank aan de Sovon, zij maken een schat aan informatie op een heel duidelijk manier voor iedereen toegankelijk.

  • Rob Schouten -

    Hoi Joop,

    Jouw gevoel steeds minder grote groepen spreeuwen niet meer te zien leeft bij mij ook. Vroeger zag ik wel die wervelende wolken. Maar jou ‘meten is weten’ moet misschien ook mijn ‘gevoel’ corrigeren.
    Misschien heb ik ik die paar keer dat ik een imposante groep spreeuwen zag te diep in mijn geheugen ingekrast.

    Leuk artikel, dank je,

    Rob

    • Joop de Leeuw -

      Hoi Rob,
      Die “wervelende” wolken ken ik niet van Berkheide. Jij doelt waarschijnlijk op het groeperen van spreeuwen voor ze een slaapplek opzoeken. Maar ook hier is geheugen verradelijk. Als een slaapplek bij je in de buurt verdwijnt denk je onmiddelijk dat er minder spreeuwen zijn.

  • Piet Hagenaars -

    Dag Joop,
    Ik ben secretaris van de Katwijkse vogelvereniging de Kanarievogel. Zou het mogelijk zijn dat jij een lezing komt houden voor de vogelvereniging??

  • Een reactie plaatsen

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    error: Content is protected !!