Paddentrek

Mijn vrouw is lid geworden van de paddenpatrouille in Leiden. Dit betekent dat ze gewapend met een zaklamp en een indrukwekkend hesje met opschrift wekelijks op pad gaat in de Stevenshof (Leiden).  Dat is een behoorlijke investering in tijd (vandaar dat ik ook niet meedoe 🙂 ), want zij (en de anderen) doet(n) dit het hele voorjaar door. Eerst de kleine watersalamanders (feb-mrt), dan volgen de padden (mrt-apr) en bruine kikkers en daarna de groene als ik het goed begrepen heb.  Een aantal druk bereden fietspaden worden dan zo’n 1-2 uur lang afgelopen, waarbij elke amfibie op het fietspad overgezet wordt in de richting waar de neus naartoe wees voor het moment van oppakken. Dat de pad of kikker daarna weer in omgekeerde richting het fietspad wil oversteken moet je daarbij op de koop toenemen. Als de paddentrek goed op gang komt (hogere temperaturen, liefst vochtig weer), dan praat je hier in de Stevenshof over enkele tientallen padden op een avond, maar op andere plekken in Leiden kan dit gaan om pakweg 100 padden.

Toch wel goed werk. Er worden wel platgereden salamanders en padden gevonden, maar het merendeel haalt ongeschonden de overkant, waar een ondiepe sloot met veel waterplanten op hen wacht om de eitjes in af te zetten. Afgelopen week heeft het gepiekt met overstekende padden, waardoor ik toch wat meer gelet heb op padden in Berkheide, al lopen ze hier wat minder kans om platgereden te worden. Afgelopen zondag bleek er een bijna zwarte pad op het stro van een werkpad onhandig te lopen terwijl we aan het koffiedrinken waren.

Hoe kan je zien dat het geen rugstreeppad is? Heel eenvoudig, hij mist de lichte rugstreep, de ogen zijn oranje, hij is gemiddeld behoorlijk groter, maar ook onderscheidend is dat de trek van rugstreeppadden een maand later plaatsvindt.

Aan het eind van onze ronde, als we, vermoeid van een lange ochtend vogels tellen, door het rulle zand moeten ploegen om ons kavel uit te komen, hadden we een verrassing. Daar kroop, met minstens zoveel moeite als wij, een duidelijk groene pad voor ons uit. Zo had ik nog nooit een pad gezien. Ik dacht dat ze alleen rood(-oranje)bruin waren…

Aangezien ik deze dag nog geen goede werken verricht had, leek het me logisch dat ik de pad even naar het dichtstbijzijnde watertje zou brengen. Terwijl mijn wrattige vriendje in de kom van mijn hand lag draaide ik om mijn as, speurend naar water.  Niets te zien. Dan maar lopen naar een vochtig duinvalleitje honderden meters verderop, de verbaasde blikken van wandelaars trotserend.
Naderhand las ik dat padden altijd terugkeren naar de plek waar ze geboren zijn, en dat dit wel een kilometer van hun overwinteringsplaats kan zijn. Niks geen goede werken dus, voortaan maar gewoon laten lopen.

Halverwege onze ronde kwamen we nog een bruine kikker tegen, en ook deze was groenig (maar geen groene kikker!)

Ik heb nog wel even getwijfeld of dit wel een bruine kikker is, want de bruine vlekken bij de oorstreek zijn nauwelijks te zien, en de kikker heeft een duidelijke groene zweem over zich. Maar de ogen staan niet zo hoog op de kop en de snuit is stomper dan die van een groene kikker, en hij mist een duidelijke lichte streep over de rug, maar wie het weet mag het zeggen 🙂

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Content is protected !!