Ik heb eerder iets verteld over winterannuellen en kleine blauwe viooltjes. Ik heb er weer één: de Ruige Scheefkelk. Een typisch noordhelling-plantje. Hij staat op droge hellingen, soms tussen het mos, soms in een wat meer weelderige setting, maar ik ken ze alleen van noordhellingen.
Voor mij is het elk jaar de sport om ze te vinden in kavel 4 (Groot Berkheide). Ze kunnen elk jaar weer ergens anders opduiken. Er is maar één klein hellinkje waar ze bijna elk jaar verschijnen, en volgens mij heb ik er nooit veel meer dan 10 exemplaren gezien in ons kavel. Dat moet wel een heel bijzondere plant zijn zou je zeggen. Ik vind hem in ieder geval heel mooi. Grijzig, behaard, kaarsrecht met witte bloempjes. Maar het is wel een plantje waar je 10 keer aan voorbijloopt voor je hem de elfde keer opmerkt. Ze bloeien later in het seizoen dan Kleine Veldkers en Vroegeling, ik denk niet dat ze tot de winterannuellen gerekend worden. Verder zijn ze bijna onmogelijk om redelijk op de foto te krijgen. Ik heb geen enkele foto in mijn bezit waar het plantje van top tot teen scherp opstaat, of het gaat hopeloos op in de omliggende begroeiing. Ik zal het daarom moeten doen met een foto van Co, waar in ieder geval de bloeiwijze scherp op staat. Ruige Scheefkelk is een kruisbloemige, is 1-2 decimeter hoog, de behaarde blaadjes liggen tegen de stengel en ze doet sterk denken aan een miniatuurversie van een andere kruisbloemige, die zo mogelijk nog zeldzamer is: het Torenkruid.