Tijdens een inventarisatie van de watervegetatie van het Grote meer op 23 september werd een nieuwe snuitkever voor de Provincie Zuid-Holland gevonden. Het gaat om Rhinoncus albicinctus. De larven van deze soort worden uitsluitend aangetroffen in de stengels en bloeiwijzen van de watervorm van de Veenwortel. In deze vorm drijven de bladeren van de Veenwortel op het water, waarbij de paarse bloeiwijzen boven het wateroppervlak uitsteken. Langs de westoever van het Grote meer in Berkheide is er een strook van deze watervorm aanwezig.
Veenwortel. Voedselplant van de snuitkever.
Rhinoncus albicinctus wordt in Nederland zelden gevonden (11 uurhokken) en is recent alleen bekend van een beperkt aantal vindplaatsen in Noord-Holland, Overijssel en Gelderland. Dit snuitkevertje van slechts 3 mm groot is mogelijk algemener dan gedacht omdat ze zich in alle levenstadia vrijwel uitsluitend ophoudt in de nabijheid van de Veenwortel in met name diepere grote wateren, waardoor ze lastig bereikbaar zijn. De snuitkevers op het Grote meer werden gevonden door vanaf een boot van Dunea wat Veenwortel te verzamelen in een witte fotobak met de wetenschap dat in dit habitat Rhinoncus albicinctus zou kunnen leven. Al snel kropen er twee snuitkevers uit die werden verzameld en thuis gedetermineerd. De determinatie werd bevestigd door Theodoor Heijermans, expert op het gebied van snuitkevers in Nederland.
In Nederland komen zes soorten snuitkevers van het genus Rhinoncus voor. De meeste zijn niet zo gespecialiseerd als R. albicinctus en leven van verschillende planten uit de duizendknoopfamilie, waaronder de landvorm van Veenwortel, Perzikkruid en Waterpeper. Twee zijn er gespecialiseerd in diverse zuringsoorten.
Microscoopopname door Casper Zuyderduyn van Rhinoncus albicinctus uit het Grote meer.
Zo, da’s gaaf!