Duinvlinders

Op 2 maart wordt het boek Bloeiende Duinen gepresenteerd op de Landelijke Vlinderdag van De Vlinderstichting. Naar aanleiding daarvan verscheen er een bericht over duinvlinders in Nature Today van 1 februari. Een iets uitgebreidere versie van dat bericht staat in aflevering 2019-1 van het tijdschrift Vlinders. In beide verhalen wordt een grafiekje gepresenteerd waaruit zou moeten blijken dat het in de duinen slecht gaat met de vlinders van het open duin en goed met de struweelvlinders; verder worden oorzaken voor de ontwikkelingen genoemd. Op sommige beweringen valt wel wat af te dingen, waarbij ik me grotendeels beperkt tot de openduinvlinders.

Over de soorten en hun ontwikkeling:

  • Voor het samenstellen van beide soortgroepen is nogal selectief gewinkeld. Veel soorten die algemeen in het open duin voorkomen doen bijvoorbeeld niet mee in de soortengroep openduinvlinders, zoals Kleine Vuurvlinder, Icarusblauwtje en Bruin Zandoogje.
  • Sterker nog: van de 8 ‘echte duinsoorten’ waar het bij de vlinders van open duin om blijkt te gaan komen en kwamen er bijvoorbeeld maar 3 in Berkheide voor (Bruin Blauwtje, Heivlinder en Kleine Parelmoervlinder).
  • Veel van deze ‘echte (open) duinsoorten’ komen ook ruimschoots buiten de duinen voor.
  • Een deel van deze soorten gaat landelijk achteruit, maar doet het in de duinen juist goed.

Over de oorzaken:

  • De achteruitgang van de openduinvlinders wordt vooral toegeschreven aan het dichtgroeien van de duinen, vroeger door helmaanplant en tegenwoordig vooral door stikstofdepositie. Maar dat dichtgroeien is een inmiddels al lang achterhaald verhaal, dat echter nog steeds tot vervelens toe wordt opgevoerd. Hou daar nou eens mee op! Zie bijvoorbeeld bijgaand plaatje van Google Earth van noord-Berkheide rond het Hanengekraai, dat behoorlijk representatief is voor Berkheide en veel vastelandsduinen: in de hoge en droge delen zijn weer veel kleine verstuivingen ontstaan; dit is grijs duin zoals grijs duin bedoeld is. Verstuivingen ontbreken alleen in vlakke, laaggelegen, vaak vochtige stukken (zoals Dorendel en Vrieze Wei links op de foto), rond vergraven en geïnfiltreerde stukken (onderaan op de foto) waar de verstruiking zich concentreert, en in beboste stukken van de duinen. Bekijk de Nederlandse duinstrook maar eens met Google Earth, heel leerzaam!
  • In de verhalen wordt ook gesteld dat de ‘duinsoorten’ zich op de waddeneilanden beter lijken te handhaven doordat de duinen hier van oudsher dynamischer zijn. Maar ook dat is een mythe. De waddeneilanden als geheel zijn inderdaad dynamisch, maar dat geldt behalve voor de zeereep niet voor de duinen op de eilanden: hier is bijna geen verstuiving meer te vinden (nogmaals: zie Google Earth).

Ook dubieus:

  • Bij de verhalen staat een foto van de Zilveren Maan. Die kwam vroeger weliswaar verspreid langs de kust voor (nu alleen nog op Terschelling), maar zijn verdwijnen (op de meeste plekken al lang geleden) is veroorzaakt door verdroging en heeft dus weinig te maken met de meer recente ontwikkelingen in het droge open duin.
  • er wordt ook gesteld dat het aantal ‘vlindersoorten van de open duinen met 80% is afgenomen. Dus van elke 5 vlindersoorten zouden er vier zijn verdwenen? Zeker weten van niet!
  • De groep vlinders van open duinen / openduinvlinders wordt in de verhalen ook wel aangeduid als ‘echte’ duinvlinders of kortweg als duinvlinders (waar soms ook de ‘struweelvlinders’ weer toe worden gerekend). Dit is niet alleen slordig taalgebruik, het is ook ronduit misleidend.

Kortom: dit rammelt aan veel kanten. Er wordt een veel te somber beeld geschetst voor de grotere groep van openduinvlinders, en de achteruitgang (die er voor sommige soorten zeker is) wordt toegeschreven aan factoren die inmiddels al lang niet meer spelen. Met dit soort analyses schieten we weinig op. Maar Bloeiende Duinen is vast een heel mooi boek!

Vlinders grafiek open duin  berkheide Hanengekraai verstuivingen Google Earth 2018

  • Rienk Slings -

    Hoi Gerrit,

    wat beschouw jij als de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van duinvlinders? Want achteruitgaan doen ze zeker.

    • Gerrit van Ommering -

      Ha Rienk,
      Ik weet het niet. De in het artikel genoemde oorzaken lijken me in elk geval niet (meer) van toepassing op de meeste duingebieden. Over andere oorzaken valt lang en kort te speculeren; ik hou het hier maar even kort. Wellicht speelt de begrazing een rol?

  • Gijsbert van der Bent -

    Het artikel lijkt niet helemaal te passen op Berkheide. Zoals Gerrit van Ommering al stelt kent Berkheide momenteel juist veel verstuivingen, hebben we duinvlinders die niet zijn meegenomen in het artikel en komen de meeste in het artikel genoemde duinvlinders, helaas helaas, helemaal niet in Berkheide voor.
    Op dit moment hebben we geen keiharde vlinderinventarisatie-gegevens (toch?). Als ik hoor dat Reeën en onze grazers graag viooltjes eten, dan zou de Kleine Parelmoervlinder achteruit kunnen gaan. Heivlinder? In 2018 (toevallig?) weinig gezien.

  • Laat een reactie achter op Gerrit van Ommering Reactie annuleren

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    error: Content is protected !!