Of: Kroonbladen paars of blauwpaars. Onderste kroonblad met meer of minder wit en naar de voet donkergeel. Hoogte van de bloemkroon 15-25 mm. Kroonladen duidelijk langer dan de kelkbladen (fig. 3b), Viola tricolor subsp. cutisii.
Duinviooltje(zie hieronder)
Of: Kroonbladen geelachtig wit, naar de voet donkergeel. Top van de bovenste kroonbladen soms met een diep blauwpaarse kleurring. Hoogte van de bloemkroon 8 – 12 (-15) mm. Kroonbladen korter tot iets langer dan de kelkbladen (fig. 4b), Viola arvensis.
Akkerviooltje (zie hieronder)
Duinviooltje
Belangrijkste kenmerken:
– Zijkroonbladen naar boven wijzend
– Bloemen (blauw-)paars, onderste kroonblad met wit en met gele basis
– Kroonbladen duidelijk langer dan de kelkbladen.
-Bloemkroon 15-25 mm hoog.
Voorkomen in ons gebied:
De meest algemene soort, kan in grote groepen in bemoste vlakte staan (fig. 3c), waardoor hele dalletjes paars kunnen kleuren. Bloeitijd maart t/m oktober.
Akkerviooltje
Belangrijkste kenmerken:
– Zijkroonbladen naar boven gericht
– Bloemkroon geelachtig wit, onderste kroonblad naar de voet geel.
– Hoogte bloemkroon rond de 10 mm, duidelijk kleiner dan die van het Duinviooltje.
Voorkomen in ons gebied:
Voorkeur voor voedselrijke grond, staat bij ons alleen op het Vlaggeduin (kavel 13). Bloeitijd maart t/m oktober.