De natuur in Nederland, en in het bijzonder de duinnatuur, is onderhevig aan vele bedreigingen, zoals aanleg van wegen, fietspaden, woningbouw, waterwinning, grootschalige recreatie, aanleg golfbanen, MTB, enz. Maar de grootste bedreiging is toch wel de atmosferische depositie, meestal stikstofdepositie genoemd, voornamelijk veroorzaakt door de totaal geëscaleerde grootschalige landbouw, het verkeer en de industrie. Door deze stikstofdepositie vindt er een grote bemesting plaats van het voedselarme duingebied en treedt er verzuring op. Vergrassing en verstruiking van het duingebied is daarvan een direct gevolg. De oorspronkelijke karakteristieke open duinvegetaties maakten plaats voor struwelen en golvende duinrietvlakten. De resultaten van onze broedvogelmonitoring laten heel goed zien welke gevolgen dit heeft gehad voor onze broedvogels. Bijna alle openduinvogels zijn verdwenen en de bos- en struweelvogels zijn sterk toegenomen.
Om de bijzondere natuur (Natura 2000) in de Europese Unie tegen de gevolgen van deze stikstofdepositie te beschermen is er door de Europese Unie strenge regelgeving ontworpen (Habitatrichtlijn), waarbij voor de verschillende habitattypen een grenswaarde voor de depositie is bepaald: de kritische depositiewaarden.
Wanneer er projecten worden uitgevoerd die een stikstofverhoging veroorzaken, waarbij de kritische depositiewaarden worden overschreden, mag daarvoor in principe geen vergunning worden afgegeven. Voor het dicht bevolkte Nederland is dat een groot probleem. De economische ontwikkeling dreigde daardoor stil te vallen. Maar inventief als de Nederlanders zijn, heeft men een geknutseld kaartenhuis opgetuigd, namelijk het Programma Aanpak Stikstof (PAS), waardoor er toch vergunningen kunnen worden afgegeven.
De filosofie van het PAS is dat jaarlijks wordt voorspeld hoeveel de stikstofbelasting op de Natura 2000-gebieden zal afnemen. Deze voorspelling is gebaseerd op de verwachting dat door het nemen van bronmaatregelen, zoals strengere uitstootregels voor landbouw, verkeer en industrie, en door het wegnemen van ‘oude’ stikstofdepositie door maaien en plaggen, er ‘gebruiksruimte’ ontstaat, die kan wordt benut voor verbetering van de natuurkwaliteit en om de vastgelopen vergunning- verlening weer op gang te krijgen. Voorwaar een win-winsituatie, jubelde de minister.
Het PAS is opgenomen in de Wet Natuurbescherming 2017, en de uit te voeren werkzaamheden in het kader van het PAS staan in het Natura 2000-beheersplan.
Echter, het bleek dat de aangekondigde bronmaatregelen weinig tot niets opleverden. De veestapel is alleen maar uitgebreid, de verwachte afname door verkeer bleek op frauduleuze gegevens te zijn gebaseerd (het sjoemeldiesel-schandaal) en ook de industrie laat geen afname zien. De totale stikstofdepositie is de laatste 15 jaar dan ook amper afgenomen, terwijl dat van ammoniak, het meest vermestende onderdeel van de depositie, alleen maar is toegenomen
(https://man.rivm.nl/gebied/meijendel)
Daarnaast blijkt in de praktijk dat de PAS-herstelmaatregelen misschien wel gevolgen van stikstofdepositie wegnemen, maar dat dit intensieve natuurbeheer voor veel soorten schadelijk uitpakt.
Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in november werd korte metten gemaakt met een aantal onderdelen van het PAS. Volgens de uitspraak mag toestemming voor een stikstofverhogend project pas worden verleend als op het moment van toestemming definitief vaststaat dat de totale stikstofbelasting van het gebied onder de kritische depositiewaarden van de beschermde habitattypen blijft.
Daarnaast mogen aannames en prognoses met betrekking tot toekomstige gevolgen van PAS-herstelmaatregelen, en prognoses/aannames over een verwachte daling van de stikstofemissies, in de toekomst bij verlening van toestemming voor extra stikstofdepositie niet in aanmerking worden genomen.
Volgens de uitspraak is een nationale regeling wel onder voorwaarden toegestaan. Dus er kan een soort PAS blijven bestaan.
Bij elkaar betekent dit naar mijn mening, dat het systeem van “gebruiksruimte“ in het PAS, dat uitgaat van aannames en prognoses over een toekomstige daling van de stikstofdepositie, in de huidige vorm niet meer kan blijven bestaan, en kunnen vergunningen op basis van het oude PAS niet meer afgegeven worden. Uiteraard wordt de uitspraak nu door een groot aantal bureaus uitgeplozen om na te gaan of er nog wat ruimte in zit; ik denk dat dit heel moeilijk zal worden. De Raad van State zal in februari uitspraak doen in enkele honderden aangehouden beroepszaken en dan zal e.e.a. wel duidelijker worden.
Hoe verder? In de Trouw van 11 december stond een zeer aansprekend opiniestuk van Wallis de Vries van de Vlinderstichting, zie https://www.naturetoday.com/nature-reports. Daarin doet de Vlinderstichting een oproep om het PAS om te vormen naar een PAN, een Project Aanpak Natuurkwaliteit, en dat op te nemen in het vandaag gelanceerde Deltaplan voor de Biodiversiteit in Nederland. Een oproep die ik van harte wil ondersteunen.